Hans Dortmans en het mysterie van de paling en het leven
Door Lies Aris
Palingen zijn mysterieuze wezens. Nog nooit is iemand erachter gekomen waar ze paren noch waar ze geboren worden. Wat we wél weten is dat ze als jonge paling de oceaan overzwemmen vanuit de Sargassozee bij Bermuda tot ze in Europa riviertjes binnenzwemmen. Als ze volwassen zijn, zwemmen ze dezelfde weg weer terug om zich voort te planten. Ze zijn een bedreigde diersoort en toch eten mensen ze nog. DOXY produceerde Palingdans, de tweede documentaire van researcher en documentairemaker Hans Dortmans, die op 23 juni in Visum Mundi in Wageningen in première gaat. Meer nog dan een biologisch reisverhaal dat voert van Bermuda naar Volendam en Japan, roept deze film een existentiële vraag op: hoe maakbaar is de natuur?
Hoe ontstond deze film?
‘Bij het idee dat ik wel wist dat ik beter geen paling kon eten, maar ook niet precies wist waarom. Ik hoorde dat men het uitsterven van de paling onder controle probeerde te krijgen in laboratoria. Dan kunnen we misschien weer met een gerust hart paling eten, dacht ik. Toen ben ik in Volendam gaan informeren omdat ik hoorde dat ze daar al jaren bezig zijn om met behulp van IVF, glasaal te kweken uit eitjes. Eigenlijk is dat onderzoek net zo’n lange reis als de paling naar Europa moet afleggen en van deze avontuurlijke reis kennen we ook het einde nog niet. Dat je dit doet voor een vis vond ik zo fascinerend. Zelf heb ik geprobeerd met mijn vrouw via IVF zwanger te raken, maar we zijn kinderloos gebleven. Ik wist wat dat voor impact had op mijn leven. Daarom voel ik me ook in zekere zin emotioneel verbonden met dit onderzoek.’
Is er dan een gelijkenis tussen de mens en de paling?
‘Als je meer gaat lezen over de paling is het juist dat mysterie waarin mensen hun eigen leven spiegelen. Ik vond het intrigerend om te kijken of ik de hoofdpersoon in de film ook een reis kon laten maken die hem dichterbij grote levensvragen zou brengen. In zekere zin is deze film filosofisch. Natuurlijk komt dat ook door het prachtige personage in Japan, Kenichi. In eerste instantie was het Volendam-deel eenvoudig te organiseren en daar ben ik ook al lang geleden mee begonnen. Maar ik wilde ook die reis naar de Sargassozee maken. Misschien was dat het moeilijkste want op dat schip mochten maar elf wetenschappers deelnemen. De reis duurt een maand en is vreselijk duur en wordt maar één keer in de drie jaar ondernomen. Toevallig hadden ze het idee om nu eens een keer een wetenschapsjournalist mee te nemen aan boord. Toen ik eenmaal door de ballotage was, werd door corona de eerste reis gecanceld.’
Dus dat werd jaren wachten?
‘Ja, dat was wel een grote tegenvaller. En in Japan was het natuurlijk ook heel lastig. Tijdens de research reis naar Japan heb ik mijn plan gepresenteerd op een palingcongres in Tokyo. Helemaal in het begin van het congres viel mij iemand op in het publiek omdat hij twee vragen stelde die heel anders van toon waren dan die van de wetenschappers. Ik vroeg mijn tolk om hem na afloop aan te klampen. Ik voorvoelde dat hij een bijzondere band met de paling had. Zo ontmoette ik Kenichi Ikeda. Hij was eigenlijk heel gegeneerd over mijn vraag, want hij vond dat hij helemaal niets van paling wist. Maar de manier waarop hij over de vis sprak, verbond me direct aan hem.’
Kon je hem goed regisseren?
‘Ik herkende veel van mijn eigen issues die ik met die paling heb. Ook had ik het vermoeden dat hij kinderloos was, net als ik. Hij had zijn eigen referenties en had het beeld dat hij als een soort presentator van een reis serie zou moeten figureren. Mijn voorstel aan Kenichi was: “Ik ga jou volgen als jij op reis gaat en ik organiseer de dingen die we dan gaan tegenkomen onderweg.” Als stadsman kende hij de paling alleen maar uit boeken. Nog nooit had hij een levende paling gezien, laat staan vastgehouden. Het was een cadeau dat hij op zijn poëtische manier elke avond op zijn hotelkamer in de microfoon zijn verslag deed. Daar kreeg ik echt tranen van in mijn ogen.’
Was het een makkelijke film om te maken?
‘Nou, het kostte me wel jaren en langer dan beoogd. Gelukkig hadden de fondsen coulance en DOXY veel doorzettingsvermogen. Ik had een cameraman en een geluidsman, maar op het schip kon er niemand mee, dus moest ik alles zelf filmen. Gelukkig ging dat goed met alle adviezen die ik vooraf kreeg van goede vakmensen. Dit is pas mijn tweede film. Dit is ook niet mijn enige inkomstenbron. Ik ben met name researcher voor andere filmmakers, schrijf mee aan scripts en coach tijdens de opnames. Dat is eigenlijk wat ik normaal doe. Voor Palingdans deed ik zelf alle research. Bij documentaire gaat het met name om het vinden van de juiste hoofdpersoon die je voor de film moet winnen en wiens verhaal je wilt kennen. Soms heb je een onderwerp en een thema maar vindt dan maar eens iemand die dat kan dragen. Dus dat hele proces van informeren, vertrouwen krijgen en het organiseren van het concept. Dat is typisch documentaire.’
Bevalt de rol van filmmaker je?
‘Het is leuk maar ook zwaar omdat je steeds de kar moet blijven trekken. Dat is eigenlijk wat ik het allerlastigste vind: om te proberen trouw te blijven aan jezelf maar tegelijkertijd ook oog te hebben voor wat de film voor het publiek kan doen. Mijn eerste film heeft op heel veel internationale festivals gedraaid, dus die ambitie ligt er voor Palingdans ook. Mijn gevoel zegt dat deze film eerst in Nederland zijn basis moet vinden. Hij gaat niet voor niets in première in Wageningen, bij de Universiteit waar Nederlandse paling onderzoekers werkzaam zijn. De distributeur heeft heel sterk ingezet op een doelgroepgerichte distributie waar mensen zitten die echt iets met visserij, sport, natuur en milieu hebben. Ik denk dat de film uiteindelijk een groter publiek aankan.’
Waar ging die eerste film over?
‘Ook over een dier! Goddelijk Varken, over mijn relatie met het varken. Ik kom van een familie die uit de boerderij afkomstig is. Mijn vader was landbouwvoorlichter dus hij was zijn leven lang bezig om varkensboeren in Brabant groot te helpen worden, hun schuren te bouwen die naar mijn idee het hele Brabantse land verpesten en meer varkens dan mensen opleverden. Dat heeft me er toen toe aangezet om een tijd vegetariër te worden. Ook studeerde ik een jaar in Wageningen, waar ik nog wel onder de paraplu zat van mijn vaders werk in de landbouw. Dat intrigeerde me zeker wel en ik geloofde ook heel erg in de maakbaarheid van de natuur. Mijn vader was bijvoorbeeld ook trots dat er varkens gefokt werden met meer tepels dan voorheen zodat er nog meer biggen geboren konden worden… Daar ligt ook een beetje de basis voor deze film. De grenzen van de maakbaarheid. Daar liep ik zelf tegenaan natuurlijk door mijn eigen vruchtbaarheidservaring. Het grote dilemma in deze film is, als je een band krijgt met een dier, wil je het dan nog wel eten?’
Wat is de belangrijkste eigenschap voor een documentairemaker?
‘Een fascinatie voelen, is wel essentieel. Er zijn ook mensen die gevraagd worden een documentaire te regisseren. Dat zijn gewoon goede vakmensen. Ik beschouw mezelf ook als een goede vakman maar meer om anderen te servicen bij het maken van hun documentaires. Af en toe is er iets wat me bijzonder interesseert en daar gooi ik dan mijn vakmanschap op. Je moet wel echt heel goed met tegenslag om kunnen gaan, want anders houd je dit niet vol. Ik heb het voordeel dat ik 25 jaar in vaste dienst heb gewerkt bij een productiekantoor. Dat was een luxepositie dus ik heb op die manier aan heel veel films mee kunnen werken vanaf het eerste begin.’
Eet je eigenlijk nog paling?
‘Ik zou niet durven zeggen dat ik het nooit meer zou eten. Bij mij is het net als bij Kenichi die het wel eet, maar alleen als hele bijzondere ervaring. “Sorry dat ik het eet.” zegt hij in de film met berouw. De dag voordat hij naar een palingrestaurant gaat, eet hij zelfs de hele dag niet. Door een film te maken krijg je zo’n band met het dier, dat had ik ook met het varken toen en nu weer met de paling. Tijdens het maken van de film heb ik wel meer paling gegeten dan de afgelopen 15 jaar dus ik ben niet heel consequent of principieel hierin. Mij drijft de verwondering en de lust om in het verhaal en onderzoek te duiken met al mijn kwetsbare kanten en die dan proberen te projecteren in de personages. Wat ik niet wil is om een vooringenomen standpunt in te nemen, want dan krijg je een soort pamflet.’
Heeft deze film je een antwoord gegeven op de vraag of we mogen maken en manipuleren of het mysterie moeten laten bestaan?
‘Ik probeer juist geen antwoord te geven! Over maakbaarheid gesproken; nee, ik denk dat de mens niet te stoppen is in zijn drang naar maakbaarheid. Maar het is wel goed om te beseffen dat maakbaarheid zijn keerzijde heeft en dat er grenzen zijn. Dat we niet de illusie moeten hebben dat wij heer en meester zijn van de schepping…’